Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], Doch [50]Ik keerde Mijn hand af, en [51]deed het om Mijns Naams wil, opdat hij voor de ogen der heidenen niet zou [52]ontheiligd worden, voor welker ogen Ik hen uitgevoerd had. 50. Te weten van mijn toorn over hen te volbrengen. 51. Te weten dat Ik hen niet in de woestijn vernielde. 52. Alzo boven vs.9.